Waar kan ik heen? Ik kan niet naar Barça, ik wil niet naar Barça, dat is me te druk… Gelukkig zijn er veel alternatieven voor een stedentrip naar Spanje. In deze blog neem ik je mee naar vier andere Spaanse steden: Bilbao, Madrid, Malaga en Sevilla. Ben jij een foodie, kunstliefhebber, strandaanbidder of cultuursnuiver? Ontdek dan in deze blog welke stedentrip naar Spanje bij jou past.
1. Voor de foodie: Bilbao
De meest bourgondische stad in dit rijtje is Bilbao. In deze Noord-Spaanse stad draait alles om pintxos, pintxos en nog eens pintxos. In iedere bar, van shabby tot chique en van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat staan ze in tienvoud uitgestald: stokbroodjes belegd met alle denkbare (en ondenkbare) vis-, vlees- en groentecombinaties.
Smul van typisch Spaanse combinaties zoals gegrilde paprika met geitenkaas en serranoham met olijven. Zin in wat spannenders? Probeer dan de kroketjes met pittige Thaise chilikrab of rauwe zeebaars met avocado. Voor deze culinaire creaties betaal je tussen de 2 a 3 euro per stuk. Organiseer je eigen pintxos-tocht en start op Plaza Nueva. Hier vind je veel bars met terras. Hop van bar naar bar in de sfeervolle straatjes van Casco Viejo, de oude binnenstad van Bilbao. De goede plekken herken je aan de aanwezigheid van veel locals.
Pintxos eet je staand in een bar tussen Spanjaarden die luidruchtig de laatste wedstrijden uit de Primera División en hun familieperikelen bespreken. Als je wilt dineren met iets meer rust en comfort kies dan voor een restaurant. Kimtxu combineert de Baskische met de Aziatische keuken. Denk aan Japanse ramen(soep) met Spaanse chorizo. Kimtxu is een plek waar je even op adem kunt komen na de chaos in de pintxosbarretjes. Aan de muren hangen wandtapijten en oude landkaarten. In de open kast staan porseleinen vazen. Een gouden kattenbeeldje solliciteert naar RSI door non-stop met zijn linkerpootje te wuiven. Wij aten hier een heerlijk driegangen-lunchmenu voor nog geen 20 euro. Ook handig: Kimtxu ligt om de hoek bij het bekendste museum van Bilbao, het Guggenheim.
Ben je de Spaanse keuken zat dan kun je terecht bij Il Giardino della Nonna. Hier eet je de lekkerste pizza’s buiten Italië. Schreeuwt je lichaam na al dit eten om een fysieke activiteit en heb je het compacte centrum van Bilbao al verkend? Ga dan hiken in de heuvels van het Baskenland.
2. Voor de kunstliefhebber: Madrid
Bekijk de eerste landkaart waar Amerika op staat, gluur naar de verboden avonturen in Jeroen Bosch’ Tuin der lusten of laat je meevoeren naar het Tahiti van Gauguin. Met ruim veertig musea heeft Madrid voor iedere kunstliefhebber wat te bieden. Rondom de brede Paseo del Prado straat vind je de gouden kunstdriehoek met de drie bekendste musea van Madrid: het Prado, Reina Sofia Sofiá en Thyssen-Bornemisza. Veel musea hebben wekelijks ook een dag(deel) waarop je gratis naar binnen mag. Slim plannen dus!
Het Prado is het oudste en populairste museum van Madrid. Opgericht in 1819 en met een collectie van meer dan 8500 schilderijen. Hier ga je heen voor de klassiekers: Bijbelse taferelen, koninklijke familieportretten en mythes uit de klassieke oudheid geschilderd door grootmeesters als Rubens, Titiaan, Rembrandt, Goya, Velázquez en Bosch.
Gratis: Van maandag tot en met zaterdag kun je tussen 18.00 en 20.00 uur gratis naar binnen, op zon- en feestdagen tussen 17.00 en 19.00 uur.
Wil je de werkelijkheid juist met andere ogen kijken? Bezoek dan het Reina Sofía voor moderne kunst. De abstracte en surrealistische werken van Spaanse kunstenaars Dalí, Miró en Picasso doen een beroep op je verbeelding. Het beroemdste meesterstuk is Picasso’s Guernica, geschilderd naar aanleiding van het bombardement op het gelijknamige Noord-Spaanse stadje. De 28 m² aan chaos, paniek en wanhoop bezorgt je kippenvel.
Heb je behoefte aan frisse lucht? Bezoek dan de sculpturen in de museumtuin van het Reine Sofía of wandel naar de dependance van het museum, het Palacio de Cristal, in het nabijgelegen Retiropark. In dit ‘kristallen’ paleis is een klein aantal werken tentoongesteld. De échte publiekstrekker is het gebouw zelf. Deze gigantische kas uit 1887 werd vroeger gebruikt om exotische planten te bewaren. Gaaf hoe men met alleen ijzer en glas toch zo’n majestueus bouwwerk heeft gebouwd.
Gratis: Het Reina Sofía kun je op maandagavond en op woensdag t/m zaterdagavond tussen 19.00 en 21.00 gratis bezoeken. Ook op zondagmiddag tussen 13.30 en 19.00 uur betaal je geen toegang. Daarnaast mag je ook op een aantal Spaanse feestdagen gratis naar binnen. Het Palacio de Cristal is altijd gratis.
Het derde museum in de kunstdriehoek is een kruising tussen het Prado en het Reina Sofía. In het Thyssen-Bornemisza wandel je door de hele Westerse kunstgeschiedenis: van de Vlaamse primitieven tot Amerikaanse pop-art. Leuk zijn de thematours waarbij je op eigen gelegenheid kunst rond een bepaald thema bekijkt. Zo zijn er tours over mode, New York en gastronomie. Om je een idee te geven, bij gastronomie wissel je culinaire stillevens uit de 17e eeuw af met fastfood uit de 20e eeuw.
Gratis: Op maandag tussen 12.00 en 16.00 uur kun je gratis de vaste collectie van het Thyssen-Bornemisza bezoeken.
Buiten de kunstdriehoek zijn nog veel meer musea te vinden. Het Sorolla Museum springt eruit. De impressionistische schilderijen van Joaquín Sorolla nemen je in pasteltinten mee naar de Spaanse samenleving rond 1900. Zie hoe Spaanse señoritas gekleed in lange witte jurken flaneren over het strand, kinderen in zee spelen en vissersboten het strand op worden getrokken.
Het museum is gevestigd in het voormalige atelier en woonhuis van Sorolla. Hij woonde én schilderde hier van 1911 tot aan zijn dood in 1923. Zijn schildersezel en kwasten staan er nog, alsof hij ieder moment het penseel weer op wil pakken. Het verhaal gaat dat het schilderij waar hij mee bezig was voor zijn dood zelfs nog op exact dezelfde plaats staat met de kwasten ernaast. Een bezoek aan dit kleine en persoonlijke museum vormt een prettige afwisseling op de grote musea in de kunstdriehoek.
Ten slotte is er ook nog de museumtuin.Tussen de palm- en sinaasappelbomen vind je prieeltjes en fonteintjes waar mussen hun dorst lessen. Als je geluk hebt is er nog een plekje vrij op een van de bankjes.
3. Voor de romantische cultuursnuiver: Sevilla
Sevilla is voor mij de stad waar ik de meeste en mooiste herinneringen aan heb. Tijdens mijn studie heb ik hier namelijk een half jaar gewoond en ook daarna heb ik deze Andalusische schone vaak bezocht. Sevilla is ook de plek waar Willem-Alexander het hart van Máxima veroverde. Het decor van deze charmante Andalusische stad heeft daar ongetwijfeld bij geholpen. In de smalle straatjes van de voormalige Joodse wijk Santa Cruz kun je heerlijk slenteren tussen de witte en gele huizen met smeedijzeren balkonnetjes. Stop je plattegrond weg, zet je navigatie uit en verdwaal! Bijkomen doe je op een pleintje met sinaasappelbomen en kwetterende vogels. Verliefd word je hier zeker, is het niet op je reisgenoot, dan wel op Sevilla.
In Santa Cruz vind je ook de leukste bezienswaardigheden van de stad. Met stip op één staat het Real Alcazar. Dit koninklijk paleis is een mix van westerse en islamitische bouwstijlen. In de paleistuin kun je bovendien een welverdiende siësta houden. Een andere aanrader is een bezoek aan de kathedraal van Sevilla en de bijbehorende klokkentoren: La Giralda. Beklim de ruim honderd meter hoge toren, geniet van het uitzicht, oriënteer je op de stad en spot je rooftopbar voor vanavond.
De kathedraal van Sevilla mag je ook niet overslaan. De kerk is een architectonisch hoogtepunt gevuld met schilderijen en religieuze schatten: van houten beelden en zilveren monstransen tot gouden miskelken. Ook kun je hier terecht voor het praalgraf van ’s werelds bekendste ontdekkingsreiziger: Christoffel Columbus. Vier metershoge stenen wachters bewaken het graf. Of op deze plaats daadwerkelijk de resten van señor Columbus liggen is onzeker en onderdeel van een jarenlange fittie tussen Spanje en de Dominicaanse Republiek.
Ook ’s avonds is er in Sevilla op cultureel gebied van alles te beleven. Woon bijvoorbeeld een flamencovoorstelling bij in La Carboneria. Hier geen commerciële flamenco-kitsch, maar rauwe, pure flamenco. Op de smalle houten bankjes zit je zij aan zij met Sevillianen. Bestel een sangria, klap mee en roep: olé!
4. Voor de zonaanbidder: Malaga
Malaga heeft bijna 3000 zonuren per jaar. Ter vergelijking: Nederland moet het gemiddeld met slechts 1521 zonuren doen. Het komt dus goed uit dat de zuidelijkste stad van dit lijstje als enige over een strand beschikt. Als je een zonnige en relaxte stedentrip naar Spanje wilt maken, dan is Malaga jouw stad! En mocht het toch een dagje minder strandweer zijn, dan biedt de stad voldoende andere mogelijkheden.
Vanaf het oude centrum van Malaga loop je in zo’n 20 minuten naar stadsstrand Playa la Malagueta. Zin in een ander strand? Huur dan een fiets en rijd in 20 minuten naar Pedregalejo, een buitenwijk van Malaga. Dit strand ligt wat verder weg, bestaat uit meerdere baaien en is daarom minder massaal en toeristisch dan la Malagueta.
Voor het beste uitzicht op de stad én een flink deel van de Costa del Sol maak je de stevige klim naar het kasteel van Gibralfaro.
Als het een dagje geen strandweer is, maar je toch wilt zwemmen kun je terecht bij Hammam Al Ándalus Baños Árabes Málaga. Dit badhuis in Arabische stijl bevindt zich in het centrum van Malaga.
Via een lange door kaarsen verlichte gang wandel je richting de baden. Als de houten, met kalligrafie versierde, toegangsdeur open gaat, lijkt het alsof je in de badkamer van de sultan zelf bent beland. Het bad op de binnenplaats wordt omringd door zuilen en hoefijzervormige bogen. De muren zijn versierd met kleurrijke mozaïektegeltjes en subtiel pleisterwerk dat lijkt op het kanten tafelkleedje van wijlen mijn overgrootoma. Windlichten zorgen voor een subtiele gloed. Praten mag alleen op fluistertoon, maar dat maakt niet uit, want je bent toch al sprakeloos. Terwijl je op je rug drijft met uitzicht op het sterrenplafond bedenk je dat het strand verruilen voor de hammam helemaal niet zo slecht is.
Er zijn verschillende soorten baden, van koud tot warm. Ook is er een Turks stoombad. Daarnaast kun je kiezen uit diverse behandelingen. Wij genoten van een ontspanningsmassage. Met het badderen en behandeling ben je 1,5 a 2 uur bezig en tussen de 60 en 70 euro kwijt. Niet goedkoop, maar daar krijg je een sprookjesachtige wellnesservaring voor terug. Reserveren is verplicht en doe je online. De toegang is per tijdslot geregeld waardoor je de hammam slechts met een handjevol andere bezoekers hoeft te delen. Badkleding is verplicht en mannen en vrouwen baden gewoon samen.
Is de zon te fel en het zand te heet? Naast de hamam is een bezoek aan de botanische tuin een tweede alternatief. In de schaduwrijke botanische tuin van Malaga kun je namelijk lekker afkoelen. Verbaas je over de reusachtige bananenplanten, wandel door een bamboebos en rust uit bij een klein kapelletje omringd door cipressen en met uitzicht over de stad.
Heb je na al dat luieren toch wat behoefte aan meer actie? Trek dan de stoute wandelschoenen aan en ontdek de Caminito del Rey, de mooiste kloof van Andalusië.
Jouw eigen favoriete Spaanse stad
Dit waren mijn vier alternatieven voor Barcelona. Ken jij nog andere Spaanse steden die de moeite waard zijn of heb je nog meer tips voor een bezoek aan Madrid, Bilbao, Sevilla of Malaga? Laat dan hieronder jouw reactie achter!